Meer en meer Bruggelingen vinden de weg naar Zeeuws-Vlaanderen: gewoon blijven doorrijden op de Koolkerksesteenweg. Het achtergestelde deel van Zeeland charmeert Bruggelingen die op zoek zijn naar een eenvoudiger leven.
"En eenvoudig is het er echt wel", getuigt Alexander "Berten" Decloedt uit Assebroek, "een doorsnee dorp heeft er maar één café, dat bestaat uit één kamer, en met één bier op tap. Er bestaat ook maar één beroep, dat van Hollander." Het enige jammere volgens Decloedt is dat je er beter permanent zwembandjes draagt in het geval dat de dijken breken.
Er bestaat ook maar één beroep, dat van Hollander.
Voorbeeld voor Vlaanderen
Volgens velen is Zeeuws-Vlaanderen een voorbeeld van wat Belgisch-Vlaanderen had kunnen zijn: overwegend leeg, geen openbaar vervoer en oersaai. In Vlaanderen hebben we altijd de neiging gehad om te doen wat we willen. Net daarom is ons patrimonium ook een echte kakefonie van bouwstijlen geworden.
"In Nederland mag je als burger juist niks", duidt historicus Ken de Skittery van de Universiteit van Voormezele, "daarom is de overheersende bouwstijl in Nederland een mix van jaren '6o brutalisme en mosselkolonies."
"Eigenlijk heb je hier het beste van beide werelden", vindt Bruggeling Berten Decloedt, "we genieten hier van de absolute rust, en we kunnen nog altijd naar de Albert Heijn rijden in Brugge om inkopen te doen. De grotere bestellingen doen we via bol.com en coolblue. Zo steken we zeker niks van onze centen in de Nederlandse economie. "