Kustgangers vinden steeds vaker de weg naar Zeebrugge, zo blijkt uit recente cijfers. Een goede zaak voor de inwoners én de lokale middenstand, maar toch is niet iedereen tevreden. Marc Borrelmans, voorzitter van de vereniging VZW vzw - oftewel de Verening van Zeebrugse Wildkakkers - uit kritiek.

Omdat de stad steeds meer vergunningen voor allerhande foodtrucks uitschrijft, neemt ook het aantal toeristen toe. Die toeloop van toeristen veroorzaakt bij de VZW heuse 'kakstress'. "Het is heel moeilijk om een lange bruine lijn te trekken op het trottoir terwijl er een verliefd koppeltje naar je staart", getuigt veteraan-wildkakker en ex-politicus Jean-Marie, "tegenwoordig leg ik enkel nog kleine strontkorreltjes, meer komt er niet uit."

Jarenlange traditie

"Al decennialang kunnen wij hier op ons gemak ons gevoeg doen in de straten van de Zeebrugse strandwijk", legt Borrelmans uit, "wij zijn een integraal onderdeel van het delicate evenwicht dat Zeebrugge zo uniek maakt. Mochten wij hier niet elke dag de straten volschijten, zou het hier al lang een tweede Blankenberge zijn." De VZW voelt zich dan ook tekort gedaan door de stad.

De wisselwerking tussen het kustdorp en de kakkers dateert van 1971, toen de haven werd uitgebreid. Toenmalig burgemeester Pierre Vandamme had toen een honderdtal gespecialiseerde Portugezen uitgenodigd om 'op Portugese wijze' de meeuwen op afstand te houden. Tegenwoordig is de Zeebrugse wildkakkerskolonie de grootste in België en produceert ze jaarlijks 450 miljoen ton wilde kak.