Na de Zehbi's vorig jaar was het deze week opnieuw prijs. Acht vechtersbazen werden opgepakt nadat ze amok maakten aan de ingang van het station.

"Vechten, dat is ook relatief hé. We zitten hier iedere dag en doen nooit geen vlieg kwaad. Soms stop ik wel eens bevrozen konijnenkeutels in een tas van reiziger, maar nooit iets ernstigs. Dan loopt het eenmaal uit de hand, en zit je daar. In de bak met zeven zestienjarigen." Alfons Dejaeghere (68) is gepensioneerd metaalarbeider, en spendeert het bulk van zijn tijd bij de ingang van het station.

"Van op mijn terras zie ik de wereld passeren. Alle nodeloos gehaaste mensen, alle onbeschofte scholieren. Af en toe steek ik dan mijn stok uit, en valt er iemand. Maar niemand verdenkt een oude man op een terras. " Dejaeghere geniet duidelijk van zijn senioren-positie in de samenleving. Toch blijft hij niet altijd buiten schot. Afgelopen dinsdagavond zat het spel vierkant op de wagen nadat hij een groepje jongeren uitdaagde.

"Ik gaf een tienertje een goeie vuistslag op de bek. Dat had hij niet zien aankomen. Bompa die kabouter Plop in elkaar timmert", Alfons droomt weg. "De Brugse jongeren zijn gewoon mietjes geworden. Voor ik het wist stonden ze met zeven rond me. Dan heb ik mijn noodoplossing gebruikt: bejaarde hulpeloosheid." In korte tijd stonden drie agenten klaar om Alfons uit de penarie te helpen. De matrakken klopten erop los. Eén van de jongeren moest worden afgevoerd wegens hersenschade, nadat hij 'eigen volk eerst' begon te roepen. De arme jongen zal nooit helemaal herstellen.

Intussen is Alfons alweer op vrije voeten. "Ik denk niet dat ik ermee ophoudt. De Zehbi's waren leuke meiden, tot ze 't Jaegertje ontmoetten. Dat is pas een prestatie."