Peter Dedecker (61), cabaret- en theaterjournalist, vindt dat De Brugse Stem een aanfluiting is voor de Brugse satire.
Al dertig jaar zit ik in het vak. Als laatste Brugse cabaret- en theaterjournalist hou ik nog eventjes stand, daarna ga ik met pensioen. In mijn tijd heb ik erg goede Brugse satiristen gekend. MAG, Jos Deceulenaer, Patrick Moenaert. Stuk voor stuk levende legendes zijn het nu.
Het is betreurenswaardig dat in een stad als Brugge, De Brugse Stem de enige is die de actualiteit wat probeert te bespelen. Maar wat voor actualiteit is dat dan? Het ene na het andere artikel op hun website gaat ofwel over stront, ofwel over Franky Demon. Akkoord, het verschil is minimaal, maar de inhoud van de artikels is bijzonder mager.
Of neem de artikels over Lissewege. Verschillende inwoners namen het voor waarheid en contacteerden hun lokale vertegenwoordigers. Is dat nu satire? Het enige artikel waar ik wel smakelijk moest mee lachen was de zogenaamde verdwijning van Joost Zwartjes (lees hier, nvdr). Maar opnieuw, genitale humor. Kinderachtig.
De rijke Brugse traditie in satire en cabaret is intussen lang verloren en samen met Moenaert ten onder gegaan. Vergeet niet dat 'Patje' enkel burgemeester is geworden door een uit de hand gelopen weddenschap. Niet dat ik de doodgraver wil zijn, integendeel. Maar breng ons alstublieft iets beter dan De Brugse Stem.
Peter Dedecker