Bijdrage Nederlandse toeristen aan Brugse economie geschat op 0,0%

Professor Gerrit De Bruyne-Ridder van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Spijkenisse heeft na tien jaar zwoegen zijn langverwachte paper over de impact van de Nederlandse toerist op de Brugse lokale economie klaar. Volgens uitgebreid onderzoek draagt de Nederlander namelijk niks bij, integendeel.

Geen verrassing

"Het kwam niet echt als een verrassing", geeft De Bruyne-Ridder toe, "als wij op citytrip gaan stoppen we ook altijd even bij de Albert Heijn aan de grens om proviand op te slaan. We gaan toch heus niet betalen om op restaurant te gaan?" Volgens het onderzoek neemt de Nederlander ook meteen zijn eigen slaapplaats mee ("meestal een verloederde camper"), en zijn eigen bier. "Wijn drinken we niet, daar zit teveel smaak in."

In zijn paper gaat De Bruyne-Ridder verder op zoek naar de reden voor de typische Hollandse 'zuinigheid' (vrekkigheid, nvdr): "dat zit diepgeworteld in onze cultuur. Nou ja, cultuur. We worden hier grootgebracht met het idee dat Gouda-kaas speciaal is en dat onbeleefdheid zijn een deugd is. Dan weet je wel waar je aan toe bent. De lat ligt hier gewoon enorm laag."

"De lat ligt hier gewoon enorm laag"
Hollandse toeristische slogan uit de 17de eeuw

Bekend en berucht

Brugge ontvangt jaarlijks honderdduizenden Nederlandse toeristen, waar ze bekend en berucht staan voor hun naïeve kijk op het leven, en voor wildplassen. De laatste jaren zijn er namelijk meer en meer incidenten met groepjes dronken Nederlandse jongeren, zoals afgelopen weekend toen zeventien Nederlandse jongeren keet schopten op Sint-Andries.

Nu blijkt dus dat we er helemaal geen profijt uit kunnen kloppen. "We zullen onze strategie moeten aanpassen", reageert de burgemeester, "persoonlijk denk ik dat een bordje met "tol" erop geschreven aan de grens al veel zou oplossen. Dat is echter mijn bevoegdheid niet. Misschien kunnen we hun dijken opnieuw doorsteken?"